#whateverittakes

14
mei
2019

Als strafrechtadvocaat is het je plicht om je cliënt te beschermen tegen de macht van de overheid. Dat betekent soms creatief moet zijn…want, hoe harder de overheid is, hoe harder de advocaat moet terugduwen.

Een tijd geleden stond ik een krakersgroep bij. Ze hadden hun intrek genomen in een pand dat al 5 jaar leeg stond. Het was trouwens niet moeilijk om binnen te komen want de achterdeur stond gewoon open dus de groep kon gewoon rustig naar binnen wandelen. Toch kreeg de politie er snel lucht van en binnen een uur was iedereen gearresteerd.

Een van de krakers was van de oude stempel. Die wilde zijn naam niet opgeven aan de politie. Je hoeft niet mee te werken aan je eigen veroordeling dus je hoeft strikt genomen je naam niet te geven, maar justitie wordt er wel bloedchagrijnig van.

Als enige werd deze man in voorlopige hechtenis genomen. Ongeveer een week later was een zitting en vroeg ik de rechter mijn naamloze cliënt in vrijheid te stellen. De rechter was het met mij eens en gaf het bevel dat mijn cliënt een dag later vrijgelaten moest worden. Toen gebeurde er iets raars.

De groep stond te wachten voor de gevangenis om de man feestelijk te onthalen. Maar om 09:00 uur stond hij nog niet buiten, om 10:00 uur niet, en om 11:00 uur nog steeds niet. Toen ik belde met de gevangenis om te vragen wat er aan de hand was, kwam de aap uit de mouw. De vreemdelingenpolitie wilde mijn cliënt meenemen! Meneer wilde zijn naam namelijk niet geven dus wisten ze ook niet of hij rechtmatig in Nederland verbleef, was de mededeling. Nu was deze cliënt roomblank en kon heel prima ‘Scheveningen’ zeggen, dus het was duidelijk dat dit onzin was. Toen ik de dame aan de telefoon vertelde dat dit helemaal niet mag van de Raad van State werd mij gezegd dat de verantwoordelijke persoon net naar huis was gegaan en dat ik morgen een terugbelverzoek kon neerleggen…Ja dag, dacht ik, en ik ben naar de gevangenis gereden.

Eenmaal aangekomen bij de inrichting heb ik gevraagd of ik mijn cliënt mocht spreken. Toen ik met cliënt op de gang stond heb ik gezegd tegen de bewaarders, “nou wij gaan weg!” De verbaasde mannen legde ik uit dat de rechtbank had bevolen dat cliënt om 09:00 uur gewoon naar buiten moest en dat hij dus onterecht werd vastgehouden en ik hem kwam bevrijden. Gek genoeg kreeg ik de bewaarders niet overtuigd van mijn hele redelijke standpunt en ik werd vriendelijk doch dringend verzocht weer weg te gaan. De eerste slag had ik verloren, maar de aandacht had ik wel.

Omdat een paar telefoontjes later ik nog geen medewerking kreeg van de gevangenis, moest ik wat anders verzinnen. Ik heb 112 gebeld. Ik zei dat ik acuut geval van wederrechtelijke vrijheidsberoving wilde melden. “Blijft u aan de lijn, waar is het aan de hand?” “De gevangenis houdt mijn cliënt ten onrechte vast”…”U maakt een grapje…”, “Nee mevrouw, ik heb geen humor”.  Geheel ten onrechte werd ik niet serieus genomen en kwam er geen politieassistentie.

Omdat de dag inmiddels bijna voorbij was, heb ik het laatste gedaan wat ik kon verzinnen. Ik heb het probleem van mijn cliënt het probleem van de gevangenis gemaakt. Ik heb mijn auto voor de uitgang geparkeerd waardoor het personeel de auto niet meer van het parkeerterrein kreeg. Dat veroorzaakte wel wat ongenoegen en dat motiveerde ineens de directeur te bellen met de officier van justitie.

Een half uur later zat cliënt bij mij in de auto en we zijn gierend van het lachen naar huis gereden.

Soms moet je creatief zijn 😉

Michaël Glas