#Weeskritisch

10
aug
2018

Deze week werd ik opgeschrikt door het bericht dat de politie zijn excuses heeft moeten aanbieden aan een slachtoffer. De vrouw, Susanne, deed aangifte van verkrachting door een TBS-er op verlof. Susanne werd door agenten verteld dat als er iets niet zou kloppen aan haar verhaal dat er dan ‘echt consequenties’ zouden zijn. Ondanks dat ze voet bij stuk hield, werd er druk op haar uitgeoefend door bijvoorbeeld te vragen hóe ze dan precies zou kokhalzen.

Ongelofelijk om te lezen. Op deze manier houdt een slachtoffer naast trauma van de daad zelf ook een trauma over aan het politieapparaat. Met een mooi woord heet dat ‘secundaire victimisatie. Ik zou het gewoon ‘onsmakelijk’ willen noemen. Terecht dus dat dit verhaal enig stof deed opwaaien op sociale media en ik hoop dat Susanne nu wel goed behandeld wordt door alle instanties.

Tegelijkertijd zette het verhaal mij wel aan het denken. Het is overduidelijk dat in de zaak van Susanne het helemaal verkeerd is gegaan omdat de agenten duidelijk lieten merken dat ze haar niet geloofde. Maar het omgekeerde kom ik veel vaker tegen.

In dossiers lees ik vaak dat er in een aangifte al tal van tegenstrijdigheden zitten. Dat leidt bijna nooit tot vragen daarover. Of gaandeweg in een onderzoek komt er naar voren dat de versie van de aangever totaal niet spoort met getuigenverklaringen. Het komt nauwelijks voor dat de politie de aangever dan nog even uitnodigt om daarop te reageren. Dat komt niet heel onpartijdig over van de politie, terwijl dat wel de bedoeling is. De politie moet namelijk de waarheid vinden, ook als die waarheid niet de waarheid is die de aangever graag zou willen zien.

Het openbaar ministerie heeft er ook een handje van. Nog deze week stond ik bij het gerechtshof een nogal onbenullige strafzaak te bepleiten waarin mijn cliënt ervan werd beschuldigd dat hij agenten zou hebben uitgemaakt voor ‘flapdrol’ , ‘kleuter’ en ‘stelletje mongolen’. Het openbaar ministerie had wat in de aangiftes stond gewoon overgeschreven en dat ten laste gelegd. Het was woord voor woord hetzelfde rijtje. Het gekke was alleen dat dit hele incident op camera was opgenomen en meer dan de helft van de verwensingen waarvan de agenten vonden dat ze echt gezegd waren, niet waren te horen! Die beelden zaten ook in het dossier. Kennelijk vond niemand het bij het OM het nodig om toch even het dossier te bekijken voordat ze cliënt gingen aanklagen. Dat vind ik best heel kwalijk.

Het verhaal van Susanne kwam bij mij dus over als een uitzondering op de regel. Het zou niet goed zijn als dit ertoe zou leiden dat aangevers niet meer kritisch bevraagd zouden mogen worden door de politie uit angst een potentieel slachtoffer daarmee te kwetsen. Bij het zoeken naar de waarheid hoort dat je kritisch bent, op de verdachte, jezelf, maar ook op de melder. Doe je dat niet dan zal dat ertoe leiden dat meer mensen onschuldig voor de rechter moeten verschijnen, met alle gevolgen van dien, en daar heeft helemaal niemand wat aan.

Michaël Glas